Woord Vooraf
Beste lezer,
Bij het begin van dit nieuwe jaar blikken we nog even terug naar de voorbije maanden en dan vooral naar het geslaagde congres dat Rik Opsommer organiseerde in Ieper. Een opmerking van een aanwezige willen we u niet onthouden: “ Ze kunnen in Ieper niet klagen over hun archivaris. Welk ander stadsarchief haalt sprekers uit Parijs, Bonn, Tilburg, Lille...”, waarbij we uiteraard de lokale coryfeeën, zoals onze eigen Frederik Dhondt, niet willen vergeten. Wie zeker ook niet zullen klagen, zijn het Max Planck Instituut voor Rechtsgeschiedenis in Frankfurt en de Universiteit Leuven over Wim Decock en de universiteiten van Leiden en Nijmegen over Willem Zwalve en Corjo Jansen. In een van de laatste nummers uit 2013 van de Neue Juristische Wochenschrift (NJW, 2013, 3414) geeft niemand dan Reinhard Zimmermann zijn leesadvies aan de Duitse juristen. Hij bespreekt enkele werken die modellen zijn van goede rechtswetenschap. (Zimmermanns voorafgaandelijke beschouwingen over de huidige stand van de rechtswetenschap in Duitsland zijn trouwens ook voor Belgische en Nederlandse lezers de moeite waard.) Dat Zimmermann vijf Duitse publicaties vermeldt, ligt enigszins voor de hand. Minder voor de hand liggend is dat hij ook twee buitenlandse boeken op de voorgrond plaatst en dat deze beide uit de Lage Landen komen ! Het gaat meer bepaald om Decocks proefschrift Theologians and contract law (vorig jaar bij Brill verschenen) en Zwalve en Jansens boek, Publiciteit van Jurisprudentie (verschenen bij Kluwer, eveneens vorig jaar). Daarbij past enkel: proficiat! Als zelfs de beste juristen van Europa die zelf vele toonaangevende werken afleveren, oordelen dat werken van onze rechtshistorici uit de Lage Landen voorbeelden van uitmuntendheid zijn, dan mogen we, met zijn allen, trots zijn. Kortom, wie nog een verlaat nieuwjaarsgeschenk wil, weet dus dat het geen slecht idee is om zichzelf op de boeken van Decock en Zwalve/Jansen te trakteren.
Met vriendelijke groeten
Dirk HEIRBAUT, Bruno DEBAENST, Stefan HUYGEBAERT, Sebastiaan VANDENBOGAERDE & Maarten VANKEERSBILCK
|
1. Recente Publicaties
|
- LE BAILLY Marie-Charlotte, Een Haagse affaire, Amsterdam, Uitgeverij Balans, 2013, 256 p.
Een Haagse affaire brengt het tragische verhaal van twee rijke Haagse dames aan het eind van de Gouden Eeuw. Moeder en dochter droomden van een leven in de hoogste kringen, maar raakten verstrikt in financiële en amoureuze intriges. In het najaar van 1700 deed het Hof van Holland uitspraak in een schandaalproces tegen de rijke weduwe Sophia van der Maa. Zij zou haar dochter Sophia van Noortwijck hebben aangezet tot buitenechtelijke relaties met diverse heren. Het verhaal van Sophia van Noortwijck geeft een verrassend inzicht in de Haagse society. Twee vrouwen die in de ogen van hun tijdgenoten niet wilden deugen en het slachtoffer werden van politieke machtspelletjes aan het Haagse Binnenhof. Aan de hand van procesdossiers en andere unieke bronnen over moeder en dochter schetst Marie-Charlotte Le Bailly in Een Haagse affaire tot in detail het leven van de Haagse elite. Maar ze heeft ook aandacht voor de sociale positie van moeder en dochter, de keuzes die zij rond 1700 als weduwe en ongehuwde moeder konden maken, de context van eer en schaamte en de politieke achtergronden. Hoe moeilijk was het voor vrouwen als Sophia en haar moeder om hun eer en reputatie hoog te houden?
|
|
- DE RUYSSCHER Dave, Rechtspreken en lekenparticipatie. Noodzaak of traditie?, Antwerpen, Maklu, 2013, 226 p.
Hebben burgers-rechters een plaats in het hof van assisen? Zijn professionele magistraten even feilbaar als niet-geschoolde lekenrechters? Is lekenparticipatie in rechtspraak een vorm van democratische controle? Voor- en tegenstanders van jury’s in strafzaken steunen hun standpunten op uiteenlopende argumenten.
Het fenomeen van lekenrechters is echter ruimer dan juryrechtspraak. In de arbeidsrechtbanken, -hoven en rechtbanken van koophandel zetelen, naast een voorzitter-magistraat, rechters uit het bedrijfsleven of vertegenwoordigende organisaties. Is hun deelname aan rechtspraak louter symbolisch of is ze noodzakelijk voor de kwaliteit van de rechtspraak? Zijn de lekenrechters in die rechtbanken en hoven brugfiguren tussen de wereld van het recht en de wereld van de werkvloer en de onderneming?
In dit boek staan rechtshistorici, strafrechtsspecialisten en rechtssociologen uitgebreid stil bij al deze vragen.
|
|
- DONCHE Pieter, Geschiedenis en genealogie van de familie DE BAENST, vorstelijke en stedelijke ambtenaren in Vlaanderen, 1305-1676, 2014, 410 p.
In dit boek wordt de geschiedenis van de Vlaamse adellijke familie de Baenst beschreven vanaf de oorsprong in de jaren 1300 tot aan het overlijden in 1676 van de laatste naamdragers.
De oorsprong van de familie is allicht Cadzand maar het was in het nabije Sluis (de voornaamste voorhaven van Brugge) dat zij een machtsbasis opbouwden. Sluis werd hun springplank naar de grote stedelijke centra Brugge en Gent en naar andere steden en streken in Vlaanderen, zoals het Brugse Vrije, het Land van Waas, de Vier Ambachten en het Veurnse. Een tak die nauw met Sluis verbonden bleef verzamelde in Zeeland een omvangrijk onroerend patrominium.
Deze familie bezette in het Vlaanderen van de late middeleeuwen talrijke sleutelposities en was geografisch erg mobiel: voortdurend pendelden leden tussen de grote Vlaamse steden of regio’s om er bestuursmandaten in dienst van de vorst of van een stad of kasselrij uit te oefenen. Tegelijk verwierven zij overal onroerende bezittingen, bouwden stadspaleizen en namen zij deel aan het vaak woelige politieke leven.
Leden waren baljuw of schout in steden als Sluis (land- of waterbaljuw), Brugge, Damme, Biervliet, Veurne, Ieper, Kortrijk, Dendermonde, Ninove en Mechelen of in kasselrijen zoals het Brugse Vrije, de Vier Ambachten, het Land van Waas, Veurne-Ambacht en het Land van Rode. Anderen (of dezelfde die wisselden van functie) oefenden stedelijke mandaten uit, zoals ontvanger van Sluis of Gent, secretaris van Gent, kapitein van Biervliet, vaak als aanloop op een mandaat van schepen of burgemeester (of voorschepen) van steden als Sluis, Brugge, Gent, Veurne of van het Brugse Vrije.
Weer anderen werden lid van de Grote Raad te Mechelen, ontvanger van exploten, raadsheer tot zelfs president van de Raad van Vlaanderen, rentmeester van Zeeland, rector van de universiteit van Padua, enz ...
Tijdens het onderzoek werden in zowel openbare als privé-bibliotheken te Brugge, Gent, Dadizele, Brussel en Rijsel 18 oude genealogieën de Baenst gevonden. Zij werden kritisch vergeleken en vooral geconfronteerd met de authentieke archiefbronnen. Een achttal bundels familiearchief, opgebouwd binnen bepaalde takken de Baenst werden ontdekt in archiefdepots te Brugge, Gent en St.-Niklaas. Heel wat nieuwe gegevens werden in de stads- of rijksarchiefdepots te Brugge, Gent en Brussel verzameld. In de bijlagen zijn enkele interessante stukken getranscribeerd, zoals bv. authentieke testamenten uit 1486, 1494, 1497, 1500, 1504 en 1575. Het geheel wordt ontsloten met een schema van de familiestructuur en een naamindex.
Meer informatie kan u hier vinden.
|
|
- ADAMS Maurice en HEIRBAUT Dirk (eds.), The Method and Culture of Comparative Law - Essays in Honour of Marc Van Hoecke, Oxford, Harts Publishing, 2014, 304 p.
Awareness of the need to deepen the methodological
foundations of legal research is only recent. The same is
true for comparative law, by nature a more adventurous
branch of legal research, which is often something
researchers simply do, whenever they look at foreign
legal systems to answer one or more of a range of
questions about law, whether these questions are
doctrinal, economic, sociological, etc. Given the diversity
of comparative research projects, the precise contours
of the methods employed, or the epistemological issues
raised by them, are to a great extent a function of the
nature of the research questions asked. As a result, the
search for a unique, one-size-fits-all comparative law
methodology is unlikely to be fruitful. That however
doesn't make reflection on the methodology and culture
of comparative law meaningless. Marc Van Hoecke has,
throughout his career, been interested in many topics,
but legal theory, comparative law and methodology of
law stand out. Building upon his work, this book brings
together a group of leading authors working at the
crossroads of these themes: the methodology of
comparative law.
Alle informatie kan u hier vinden.
|
|
- SLIJKERMAN Diederick, Wonderjaren - Het leven van Nederlands eerste liberaal: Gijsbert Karel van Hogendorp (1762-1834), Amsterdam, Bert Bakker, 240 p.
In 2013 is het tweehonderd jaar geleden dat Gijsbert Karel van Hogendorp (1762-1834) de onafhankelijkheid van Nederland uitriep en Nederland een grondwet gaf die tot de dag van vandaag geldig is. Maar wie is deze kleurrijke figuur, die naar de Pruisische Cadettenschool gaat, in een omgeving van mannenliefde verkeert, schipbreuk lijdt op reis naar de Verenigde Staten, en zich bezighoudt met het magnetisme?
Een ambitieuze patriot die na de aftocht van de Fransen het landsbestuur overneemt en voorziet van een moderne grondwet? Of toch eerder de prinsgezinde regentenzoon die ervoor zorgt dat Nederland een monarchie wordt met een koning aan het hoofd? Het is deze ambiguïteit die hem tot een fascinerende persoon maakt, maar die er wellicht ook voor zorgt dat hij voor het grote publiek wat verscholen is gebleven, achter bekende namen als Schimmelpenninck en later Thorbecke. Wonderjaren geeft een mooi beeld van een veelzijdig man, die nu eindelijk zijn verdiende plaats in de vaderlandse geschiedschrijving krijgt.
Diederick Slijkerman (1969) is historicus en jurist. Hij schreef onder meer In dienst van de Kroon, over de complexe positie van vicepresidenten van de Raad van State. Ook publiceerde hij Het geheim van de ministeriële verantwoordelijkheid, over de negentiende-eeuwse politieke kwesties die de verhouding tussen koning, kabinet, Kamer en kiezers hebben bepaald.
|
|
- ARON Paul en VANDERPELEN-DIAGRE Cécile, Edmond Picard - Un bourgeois socialiste belge à la fin du dix-neuvième siècle, Brussel, Musées royaux des Beaux-Arts de Belgique, 2013, 340 p.
Quiconque s’intéresse à la Belgique fin de siècle, à l’Art nouveau ou à l’histoire des idées rencontre inévitablement le nom d’Edmond Picard.
Avocat et homme politique, mécène, collectionneur, écrivain et animateur de la vie culturelle, il est partout. Cette ubiquité en fait pourtant un personnage difficile à saisir. Les disciplines académiques sont en effet spécialisées. L’historien de l’art croise rarement les préoccupations du juriste, et l’un comme l’autre tendent à ignorer l’histoire sociale. La biographie permet de franchir ces frontières disciplinaires. Elle est le seul moyen d’approcher la diversité des intérêts et le parcours complexe d’un individu.
|
|
3. Kalender
-
22 januari, 13 februari, 12 maart en 16 april 2014 - The historian and the judge, TAPAS/Thinking ABout the Past, UGent.
Het interdisciplinair onderzoeksforum ‘TAPAS/Thinking About the Past’ van de Universiteit Gent, vakgroep geschiedenis, organiseert een lezingenreeks onder de koepelnaam “The historian and the judge”. Het gaat om lezingen door Nina Schneider (University of Konstanz, Germany) "'Transitional justice' in Brazil? Conceptual and empirical concerns from a historian’s perspective", Thijs Bouwknegt (NIOD Amsterdam) "History beyond a reasonable doubt. Unraveling past atrocity in international criminal trials?", Pieter Lagrou (Université Libre de Bruxelles) - “The Gospel of the superiority of the present over the past? Reclaiming the critical potential of history in the era of human rights” en Hannah Franzki (University of London, Birkbeck College) - "Between memory and Eingedenken: some comments on the Politics of Time in International Criminal Justice". Data en informatie vindt men terug op de TAPAS-website.
- 31 januari – 1 februari 2014 – Workshop Dis/ability and Law in Pre-Modern Societies. Schnittfelder von Rechtsgeschichte und Dis/ability History (Bremen)
Het afwijkende lichaam (gebrekkigheid, ziekte, arbeidsongeschiktheid) en het recht roepen ook voor wat de middeleeuwen en vroegmoderne tijd betreft heel wat vragen op rond aansprakelijkheid, interpretatie en praktijk. De workshop Dis/ability and Law in Pre-Modern Societies. Schnittfelder von Rechtsgeschichte und Dis/ability History heeft deze vraagstelling als onderwerp. Het initiatief gaat uit van de interdisciplinaire onderzoeksgroep Homo debilis aan de Universität Bremen, die zich de vraag stelt wat de invloed was van (lichamelijke) beperkingen op de ordening van premoderne maatschappijen, en dit binnen een bredere maatschappij- en cultuurgeschiedenis. De workshop wordt georganiseerd door Prof. Dr. Cordula Nolte (Universität Bremen) en Prof. Dr. Wendy Turner (Georgia Regents University, Augusta, USA). Het programma is reeds beschikbaar en aanmelden kan tot 15 januari.
- 10 - 14 februari 2014 - Derde samenkomst van de International Graduate School for Legal Historical Research.
De International Graduate School for Legal Historical Research (een samenwerking tussen het Instituto de Investigaciones de Historia del Derecho in Argentië, het Instituto Brasileiro de História do Direitoin in Brazilië en het Max-Planck-Institut für europäische Rechtsgeschichte in Duitsland) organiseert van 10 tot 14 februari 2014 haar derde conventie, ditmaal in het Max Planck Institut für europäische Rechtsgeschichte in Frankfurt am Main.
- 10-11 april 2014 - ‘The Ten Commandments in medieval and early modern culture’ (Gent).
De vakgroep Letterkunde van de Gentse faculteit Letteren en Wijsbegeerte organiseert op 10 en 11 april 2014 te Gent een internationale conferentie over de Tien Geboden in de middeleeuwen en Vroegmoderne Tijd. Keynote speakers van dienst zijn Robert J. Bast (University of Tennessee, Knoxville) en Uta Störmer-Caysa (Johannes Gutenberg-Universität, Mainz). De organisatoren hopen de decaloog te herbekijken in zijn diverse tekstuele en visuele voorkomens, in het bijzonder vanaf de verhoogde aandacht in de twaalfde eeuw. De nadruk wordt daarbij gelegd op de brede culturele context waarbinnen de Tien Geboden functioneerden, alsook de theologische en methodologische aspecten van het onderzoek. Meer informatie staat te lezen op de conferentiewebsite.
- 24 juni 2014 - Inaugurele rede prof. Giuseppe Falcone (Rijksuniversiteit Groningen).
Op 24 juni 2014 zal prof. Giuseppe Falcone zijn inaugurele rede houden ter ere van de aan hem gegunde H.J. Scheltemaleerstoel voor Byzantijns Recht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Voorafgaand aan dit heuglijke feit organiseert de sectie Rechtsgeschiedenis in samenwerking met de Universiteit van Palermo (Italië) een symposium over Byzantijns Recht. Dit zal gehouden worden op maandag 23 en dinsdag 24 juni 2014 te Groningen in de Senaatskamer (Academiegebouw), Broerstraat 5.
Het volledige persbericht kan u hier lezen.
|
|
|