nieuwsbrief rechtsgeschiedenis - Februari 2013

www.rechtsgeschiedenis.be

 

Woord Vooraf

 

Geachte lezer,

 

Een rechtshistorisch dorp
Fusies van gemeenten behoren in België en Nederland al een tijdje tot het verleden. Elders zijn ze nog zeer recent en is de herinnering aan de tijd dat het eigen dorp zelfstandig was nog zeer groot. Mocht er een prijs zijn voor het plaatsje dat het best probeert zijn vroegere glorie in herinnering te houden, dan zou die zeker gaan naar Reppichau in het vroegere Oost-Duitsland. Sinds 1 januari  2010 maakt het deel uit van Osternienburg, maar de inwoners hebben zich niet zomaar bij de fusie neergelegd. Vol trots tonen ze dat zij een roemrijk verleden hebben met niemand minder dan de rechthistorisch welbekende Eike von Repgow (Repgau, Reppichau, etc.; over de schrijfwijze van de naam heerst niet meteen eensgezindheid). Zij hebben van hun dorp een soort Eike von Repgow themapark gemaakt. Het ligt niet meteen op een grote toeristische route en het ziet er nog niet naar uit dat busladingen toeristen Reppichau zullen overspoelen. Dat is een beetje jammer, want het dorp is als het ware gemaakt om prentjes te leveren voor het hoofdstuk middeleeuwen in onze cursussen rechtsgeschiedenis. De plaatselijke herberg heet Morgengabe’ (1), in de tuin van de kerk staan figuren die de tweezwaardenleer uitbeelden (2) en vele gevels reproduceren in groot formaat de miniaturen uit de vier geïllustreerde Sachsenspiegelmanuscripten (3). In dat laatste geval zijn de Reppichauers vaak zo vriendelijk het handschrift, de datering ervan en de referentie naar de juiste passage te vermelden (4). De bezoeker die toevallig langskomt en niet weet wie Eike von Repgau is, kan het nodige vernemen op een huismuur (5). Een andere gevel is ingenomen door een kaart die het verspreidingsgebied van de Sachsenspiegel toont van de Nederlanden tot in Rusland (6). Het enthousiasme voor Eike gaat zo ver dat de vroegere Schulstrasse voortaan Eike-von-Repgow-Strasse heet (7), dat de zetel van een middeleeuwse rechtbank nagebouwd is (8) en het plaatselijke museum  ter ere van Eike zelfs een naar hem genoemde wijn aanbiedt (die dan wel Frankisch en niet Saksisch is). De Sachsen-spiegeltoiletdeur (9) en de Sachsenspiegelfietsboxen (10) gaan voor ons wel iets te ver. (Wij hopen dat de Nederlandse vrienden dit precedent niet als excuus gaan gebruiken voor de Hugo De Grootfietsbox. De Grotiusboekenkist zou wel een leuk idee zijn.) Hoe dan ook, de passages uit de Sachsenspiegel komen op de muren van Reppichau echt tot leven (11 en 12). Een geslaagd initiatief !

(Tekst in het vet bevat de link naar de desbetreffende foto) 

 

Met vriendelijke groeten

Dirk HEIRBAUT, Bruno DEBAENST & Sebastiaan VANDENBOGAERDE

 

1. Recente Publicaties

 

  • HOOFS, Kim, Doorbreking van de natrekking in rechtsvergelijkend perspectief, Nijmegen, Wolf Legal Publishers, 2013

Het boek is commerciële publicatie van het doctoraatsproefschrift van Kim Hoofs. Het ziet op de doorbreking van de natrekking in rechtsvergelijkend perspectief, waarbij een 4-tal rechtsstelsels met elkaar worden vergeleken. De rechtsstelsels betreffen het Duitse, het Nederlandse, het Belgische alsook het Schotse rechtsstelsel en worden ieder in een apart hoofdstuk beschreven. Alvorens in te gaan op de wijzen waarop de natrekking kan worden doorbroken, wordt ingegaan op het criterium waaraan voldaan dient te worden wil van natrekking sprake zijn. Natrekking treedt doorgaans in wanneer het object 'duurzaam met het grondstuk is verenigd'. Of aan dit criterium wordt voldaan hangt af van het rechtsstelsel dat aan de onderliggende natrekkingscasus ten grondslag ligt, nu de reikwijdte van de objectieve maatstaven die aan dit criterium ten grondslag liggen per rechtsstelsel verschilt. Hierdoor is het mogelijk dat onder het ene rechtsstelsel een met het grondstuk verenigd object wel met het grondstuk waarmee het is verenigd een eenheid vormt en dus tot de eigendom van het grondstuk kan worden gerekend, terwijl dit onder een ander rechtsstelsel niet het geval hoeft te zijn. De wetenschap of een object al dan tot de eigendom van een grondstuk behoort is niet alleen van belang voor de verkrijger van het grondstuk, maar bijvoorbeeld ook voor de hypotheekverstrekker. Na bespreking van de natrekking worden de wijzen waarop de natrekking kan worden doorbroken in kaart gebracht. Ten gevolge van de doorbreking wordt het object niet langer tot de eigendom van het grondstuk gerekend. Doorbreking van de natrekking kan zowel door als zonder fysieke afscheiding van het object van het grondstuk. Bij de doorbreking zonder fysieke afscheiding ligt de nadruk op het beperkt zakelijke recht van opstal, waarbij ingegaan wordt op de vraag of de bevoegdheden die de opstaller verkrijgt ten aanzien van de objecten ten gunste waarvan het opstalrecht is gevestigd, de opstallen, als eigendom kunnen worden aangemerkt. Bij de doorbreking van de natrekking ten gevolge van fysiek afscheiding van het object ligt de nadruk op het wegneemrecht.


  • BOGAERTS, Pierre, DUPON Frédéric, e.a., 1812 - 2012. 200 Jaar Orde van Advocaten te Antwerpen, Brugge, Die Keure, 2012, XI + 327 p.
Weinig instellingen of organisaties kunnen er prat op gaan ouder te zijn dan het land waarin ze bestaan en gevestigd zijn. De Antwerpse orde van advocaten behoort tot dit kleine kransje. Het is dan ook niet verrassend dat haar tweehonderdste verjaardag werd aangegrepen om terug te blikken op haar rijk verleden.

De aanzet tot het boek dat nu voor u ligt, werd reeds enkele jaren geleden gegeven door stafhouder Jan Verstraete, wiens belangstelling voor het onderwerp aangescherpt was door het urenlange grasduinen in de Antwerpse en andere archieven. Beslist werd een beroep te doen op een historicus om een en ander in goede banen te leiden. Het werden er twee: Bart Quintelier en Stefanie Verstraete, werkzaam als bibliothecaris voor de orde, die samen de redactie van het werk waarnamen. Beide redacteurs verzorgden ook een belangrijk deel van de teksten. Een niet minder indrukwekkend deel werd echter geschreven door confraters verbonden aan de Antwerpse balie: Jan Verstraete, Guy Van Doosselaere, Frank Roosendaal, Jan Meerts, Pierre Bogaerts, Cathy Lannoy, Cédric Putcuyps - ondertussen magistraat - en Frédéric Dupon. Ook een bijdrage van onze betreurde confrater Bart Lange, gewezen voorzitter van de Vlaamse conferentie, werd in het boek opgenomen. Geschreven voor en door advocaten, is het dus een waar "meesterwerk" geworden.

De bijdragen getuigen van een merkwaardige geschiedenis, waarbij opvalt hoezeer de eerste 150 jaar van hun
bestaan de balie en de gerechtelijke structuren waarin ze ingebed was, relatief weinig verandering hebben gekend, terwijl de laatste 50 jaar fundamentele vernieuwingen werden doorgevoerd.

Uit het 'Woord vooraf' van Herman Buyssens, stafhouder van de orde van advocaten te Antwerpen

Artikel 29 van de wet van 22 ventôse an XII (13 maart 1804) luidde: "Il sera formé un tableau des avocats exerçants près les tribunaux." In uitvoering van dat artikel werd in de schoot van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen een commissie opgericht "pour dresser le tableau provisoire des licenciés qui ont le droit d'exercer près le dit tribunal". De commissiewerkzaamheden resulteerden in een lijst "des licenciés qui se sont mis en règle pour pouvoir être portés sur le tableau provisoire des licenciés près le tribunal de première instance". Op 6 april 1808 stonden 27 advocaten ingeschreven op het provisoire tableau.

Het uitvoeringsbesluit bij de wet van 22 ventôse an XII kwam er pas op 14 december 1810, dus meer dan zes jaar na de afkondiging van de wet, en luisterde naar de titel "décret impérial contenant réglement sur l'exercice de la profession d'avocat et la discipline du barreau". Overeenkomstig artikel 1 van dit keizerlijk decreet diende een tableau opgemaakt te worden bij ieder keizerlijk hof (hof van beroep) en bij iedere rechtbank van eerste aanleg overeenkomstig artikel 9 vormden de advocaten die ingeschreven stonden op een tableau een orde en overeenkomstig artikel 21 stond er een stafhouder aan het hoofd van een orde. Op 6 mei 1812 meldde keizerlijk procureur Chabroud aan de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen dat hij mr. Henri Bals benoemd had "pour remplir les fonctions de Bâtonnier de l'Ordre des Avocats inscrits au tableau". Op dat tableau stonden twintig advocaten ingeschreven. Deze twintig advocaten vormden de orde van advocaten. Bij deze was de orde van advocaten van de balie te Antwerpen een feit.

Bij haar ontstaan telde de orde van advocaten van de balie te Antwerpen twintig leden, 200 jaar later telt de orde 1.894 leden. Tijdens haar 200-jarige bestaan kende de orde dus een beduidende numerieke evolutie. Zij onderging bovendien tal van andere evoluties.

Bij haar ontstaan was de orde van advocaten van de balie te Antwerpen "Frans" en werd zij beheerst door het Franse keizerlijk decreet van 14 december 1810. Na de val van het Franse keizerrijk werd de orde "Nederlands". Zij bleef echter beheerst door het Franse keizerlijk decreet. Pas na de val van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden werd de orde "Belgisch". Zij bleef echter andermaal beheerst door het Franse keizerlijk decreet en dat - mits een aantal aanpassingen - tot aan de inwerkingtreding van het Gerechtelijk Wetboek. Ingevolge de inwerkingtreding van het Gerechtelijk Wetboek was niet langer het hof van beroep te Brussel, maar wel de tuchtraad van beroep van de balies van het rechtsgebied van het hof van beroep te Antwerpen de bevoegde appelinstantie voor de raad van de Antwerpse orde van advocaten. Ingevolge de inwerkingtreding van het Gerechtelijk Wetboek werd de orde bovendien lid van de Nationale Orde. Na de teloorgang van de Nationale Orde werd zij lid van de bij wet van 4 juli 2001 nieuw opgerichte Orde van Vlaamse Balies. De overgang van Nationale Orde naar Orde van Vlaamse Balies bracht een zekere democratisering met zich, net zoals de bij wet van 21 juni 2006 doorgevoerde hervorming van het tuchtprocesrecht. Vooral bij de ondergang van de Nationale Orde en de opkomst van de Orde van Vlaamse Balies heeft de Antwerpse orde van advocaten zich niet onbetuigd gelaten. Ook maatschappelijke democratiseringsprocessen, zoals de vernederlandsing en de vervrouwelijking, vonden de weg naar de advocatuur. Vooral bij de vernederlandsing van het gerecht heeft een aantal Antwerpse advocaten een baanbrekende rol gespeeld.

Niet alleen maatschappelijke democratiseringsprocessen, maar ook andere maatschappelijke gebeurtenissen hebben hun stempel gedrukt op de ontwikkeling van de orde van advocaten te Antwerpen. Hét voorbeeld van een dergelijke gebeurtenis is de Tweede Wereldoorlog en de daaropvolgende repressie. Tijdens haar 200-jarige bestaan heeft de orde nooit zo te kampen gehad met wetgevingsconflicten en is de orde nooit zo doortastend opgetreden op tuchtrechtelijk vlak als tijdens en direct na de Tweede Wereldoorlog. De Eerste Wereldoorlog en het daaropvolgende activisme dienen evenzeer aan bod te komen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog waren namelijk tal van advocaten ondergedoken of zelfs gevlucht, met alle gevolgen van dien voor de zaken van hun cliënten en voor de werking van de orde.

Geen geschiedenis van de orde in de strikte zin, maar wel nauw ermee verbonden, is de geschiedenis van een aantal vrije verenigingen, in het bijzonder die van de Conférence du Jeune Barreau d'Anvers en die van de Vlaamse Conferentie bij de balie te Antwerpen. Omwille van hun nauwe verbondenheid met de orde, worden ook deze verenigingen in het boek behandeld. Zowel de Conférence du Jeune Barreau als de Vlaamse Conferentie werden namelijk gecreëerd als platform voor stagiairs om zich te bekwamen in het pleiten en in de deontologie. Wat de Vlaamse Conferentie betreft, dient natuurlijk nog aangevuld te worden dat de vernederlandsing van het gerecht een belangrijke doelstelling was bij de oprichting en in de eerste halve eeuw van haar bestaan. Daarnaast boden beiden een ideaal kader voor ontspanning en plezier en voor de uitbouw van confraternele relaties. De Conférence du Jeune Barreau ging in 1963 op in de Vlaamse Conferentie die in 1885 naar haar voorbeeld ontstaan was en die de tradities tot op de dag van vandaag voortzet.

Evenmin geschiedenis van de orde in de strikte zin, maar evenzeer nauw ermee verbonden, is de geschiedenis van de gerechtsgebouwen. Deze werd in 2004-2005 beschreven door de toenmalige voorzitter van de Vlaamse Conferentie, wijlen Bart Lange, in een tweedelig artikel, dat integraal in dit boek opgenomen wordt.

Dit boek geeft geen alomvattende geschiedenis van de orde en streeft dat ook niet na. De auteurs zijn zich er terdege van bewust dat bepaalde aspecten onderbelicht of zelfs onbehandeld blijven. Het was echter niet de bedoeling reeds gedaan werk over te doen of zomaar over te nemen. Dit boek, of op zijn minst een aantal van de erin behandelde onderwerpen, vormt dan ook een aanvulling op het werk van Laenens, Victor, Verstraete, ...

De auteurs hebben zich echter niet willen beperken tot het schrijven van een aanvulling op reeds bestaand werk. Zij hebben, elk op hun manier en elk voor hun bijdrage, getracht zo volledig, verrijkend en vernieuwend mogelijk te zijn. Dat was echter niet altijd even eenvoudig. Zij die onderwerpen behandelen waarover tot nog toe (quasi) niets gepubliceerd werd, werden geconfronteerd met de klassieke problemen van archiefonderzoek. Zij die onderwerpen behandelen waarover er daarentegen al (heel) wat gepubliceerd werd, dienden toch origineel te blijven. De auteurs hopen dat zij hierin geslaagd zijn en dat hun inspanningen geresulteerd hebben in meer dan een "rekkenvuller".

2. Call For Papers

  • Canon law, moral theology and conflict resolution in the Early Modern Period (Frankfurt-am-Main - 28 februari - 1 maart 2013)

The past decade has seen an increasing interest among legal historians, jurists, philosophers, theologians and historians of economic thought in alternative modes of conflict resolution, canon law, and moral theology in the early modern period, e.g. the School of Salamanca. Therefore, the LOEWE-Junior Research Group would like to invite young scholars working in these fields to the Max-Planck-Institute for Legal History for a workshop and dialogue among peers.

The workshop will be organized from 28 February through 1 March 2013 at the Max-Planck-Institute for Legal History in Frankfurt am Main. The main idea behind the workshop is to bring together doctoral students and post-doctoral researchers working on dispute settlement in the early modern period, late scholasticism, canon law, moral theology or similar topics. The workshop is intended to be international and interdisciplinary in nature, so that a dialogue which goes beyond national and disciplinary frontiers can be created. Participants will have 30 minutes to present their research, followed by an open discussion of half an hour.

Candidates are invited to apply for the workshop until 15 November 2012. Travel expenses and accommodation will be covered by the organization. Please send a CV along with a short description of your research project to Dr Wim Decock (decock@rg.mpg.de). Presentations can be made in German or in English. For further questions and enquiries, do not hesitate to contact Dr Wim Decock.

To foster dialogue among participants, successful applicants will be expected to submit a paper or at least a detailed table of contents and an abstract of their research project by 1 February 2013.

 

De negentiende editie van het jaarlijkse European Forum of Young Legal Historians gaat door van 15 tot en met 18 mei 2013. Na Wenen als gast, ligt de organisatie van het forum in de handen van twee steden in twee landen, namelijk Rijsel (Frankrijk) en Gent (België). Hoewel op het eerste gezicht beide plaatsen weinig met elkaar gemeen hebben, maakten ze deel uit van het graafschap Vlaanderen. Dit, maar ook de grensoverschrijdende samenwerking zetten de rechtshistorici van Rijsel en Gent er toe aan om de handen in elkaar te slaan.

Het thema van dit jaar is "(Wo)Men in Legal History" en werd doelbewust ruim gehouden om iedereen de kans te bieden een bijdrage in te dienen. Andere voorstellen binnen de rechtsgeschiedenis zijn uiteraard ook welkom. Vanaf nu is de Call for Papers online, evenals enkele praktische zaken. Geïnteresseerden sturen, vergezeld van hun CV, een kort abstract van ongeveer 2000 karakters naar forum2013@aylh.org en dat voor 31 januari 2013. Zij die een presentatie verzorgen kunnen deelnemen aan het forum voor €80, anderen betalen €100. Meer informatie zal bekend worden gemaakt via de officiële website van de Association for Young Legal Historians (http://www.aylh.org) en de websites van het Gentse Rechtshistorische Instituut (http://www.rechtsgeschiedenis.be) en het Centre d'Histoire Judiciaire (http://chj-cnrs.univ-lille2.fr/). Bijdragen op de conferentie worden na 'double blind peer review' gepubliceerd in de reeks Iuris Scripta Historica.

 

De Belgische grondwet van 1831 voorzag een bijzonder regime voor politieke misdrijven. Enkel een volksjury mocht ze beoordelen en een proces kon slechts achter gesloten deuren gehouden worden na een unanieme beslissing van het hof. De bekommernis om zij die de institutionele structuren in vraag stelden of aanvielen, was geïnspireerd door het Franse recht en de notie politiek misdrijf was wezenlijk verbonden met de moderniteit. Het contrast met de strenge aanpak van majesteitsschennis in het Ancien Régime was zonder meer significant. Ook later in de negentiende eeuw voorzag men bijkomende gunstmaatregelen voor politieke delinquenten, blijkens de invoering van een exceptie in het uitleveringsrecht (1833) of de introductie van een bijzonder gevangenisregime (1867). In de loop van de negentiende eeuw creëerden verschillende gelegenheidswetten nieuwe politieke delicten, maar over de relevantie van de jurywaarborg groeide ook twijfel. De beide wereldoorlogen zijn sleutelmomenten gebleken. Na WO I werden verschillende gunstmaatregelen teruggeschroefd en de politieke processen in de nasleep van WO II werden zelfs niet meer voor de jury, maar voor de krijgsgerechten gebracht. Vandaag de dag is de jurywaarborg voor politieke misdrijven dode letter, want in de naoorlogse periode zijn er geen politieke zaken meer voor assisen gekomen.
Dit colloquium wil de opkomst en de uitholling van het politiek misdrijf als strafrechtelijk concept in België verder onderzoeken. Daarom wordt er gefocust op drie centrale thema's:

- Het ontstaan van het politiek misdrijf als juridisch concept: Wat was de filosofie achter het uitzonderingsregime voor politieke misdrijven? Wie verdedigde deze ideeën en in welke politieke milieus gebeurde dat? Hoe verhield dit zich tot de notie majesteitsschennis van het Ancien Régime? Welke buitenlandse invloeden speelden een rol en hoe zijn ze in België gerecipieerd?
- De ontwikkeling en invulling van het politiek misdrijf in de rechtspraktijk: Welke misdrijven heeft men onder deze algemene noemer ondergebracht en welke niet? Welke evolutie kan men daarin onderscheiden en wat zegt dit over de toenmalige politieke ontwikkelingen? Hoe zat het met de verschillende negentiende-eeuwse gelegenheidswetten? Hoe zat het met het uitleveringsrecht of het gevangenisregime in politieke zaken?
- De uitholling van het politiek misdrijf: Op welke manieren hebben de autoriteiten geprobeerd om de jurywaarborg te omzeilen? Welke maatregelen schroefden het negentiende-eeuwse regime terug ? Op welke manier en waarom worden hedendaagse politieke thema's, zoals terrorisme of hate crime, niet als politieke misdrijven gekwalificeerd? Wat zegt dit over de evolutie van de politiek-institutionele structuren?
Onderzoekers die willen deelnemen worden vriendelijk uitgenodigd om voor 31 december 2012 een abstract (max. 400 woorden) en een beknopt curriculum vitae te sturen naar Bram.Delbecke@kuleuven-kulak.be. Lezingen kunnen zowel in het Nederlands, het Frans als in het Engels gehouden worden. Publicatie van de akten is voorzien. Voor alle andere vragen en opmerkingen, kan men uiteraard ook op dit e-mailadres terecht.

 

  • 'Bartolo da Sassoferrato e il pensiero giuridico e politico nel Rinascimento' (Sassoferrato, 30 juni 2013)

Every summer the Istituto Internazionale di Studi Piceni runs a conference on humanistic subjects at Sassoferrato (between Perugia and Ancona). It lasts for a week, of which Sun.-Wed. is taken up with seminars, Wed.-Sat. with papers. The atmosphere is relaxed and convivial. In 2013 the starting date is June 30th. 
The seminars, in 2013 on satire ('La satira dall'antichità all'Umanesimo'), are designed for students at roughly doctoral level, and grants are offered that cover bed and board. Students who wish to attend and receive a grant should have enough Italian to profit from both the seminars and the papers. Up to three grants will be available for students from the U. K. and the Republic of Ireland; applications or inquiries should be sent as soon as possible, but in any event by the end of November 2012, to Professor Michael Reeve (mdr1000@cam.ac.uk).

Papers, which can be given in any of the main European languages, should not exceed 20 minutes. In 2013 the topic of the conference is 'Bartolo da Sassoferrato e il pensiero giuridico e politico nel Rinascimento', but other humanistic topics can be accommodated, especially if they concern the Marche (Picenum). Papers are published in Studi Umanistici Piceni, which has a fine record of appearing promptly. Anyone from the U. K. or the Republic of Ireland who would like to give a paper should get in touch with Michael Reeve (as above) by the end of November 2012.'

 

  • Irish Legal History Society - The Irish Legal Diaspora (Dublin, 7-8 Juli 2013)
    De Irish Legal History Society organiseert naar aanleiding van zijn 25ste verjaardag in juli 2013 een conferentie rond het thema 'The Irish Legal Diaspora'. Het is de bedoeling om rechtsgeleerden van overal ter wereld te ontvangen. Om alles enigszins gemakkelijker te maken voor deze buitenlandse gasten sluit deze conferentie aan op de Britisch Legal History Conference die in 2013 doorgaat aan de Universiteit van Glasgow
    Geïnteresseerden kunnen binnen het bestek van 500 woorden een voorstel tot paper indienen en dat tegen 5 november 2013.  Op de website http://www.ilhs.eu kan meer informatie worden ingewonnen. Het e-mailadres is:  ildc2013@yahoo.ie.
 
  • Max Planck Summer Academy for Legal History 2013 - Global Perspectives on Legal History (Frankfurt, 29 juli - 16 augustus 2013)

Transnationale geschiedschrijving wint aan belang en deze wereldwijde perspectieven bieden de rechtsgeschiedenis nieuwe uitdagingen en kansen. Tijdens verschillende lezingen en workshops zullen deelnemers aan de Summer Academy nadenken over verschillende concepten en modellen om deze uitdagingen te benaderen. Het doel is om hen bewust te maken van deze perspectieven en hen in staat te stellen om het discours over transnationale geschiedschrijving kritisch te analyseren. Meer informatie over deze Summer Academy zal bekend worden gemaakt op de website van het MPI www.rg.mpg.de/en/info/summeracademy.cfm.

Zij die interesse hebben om deel te nemen kunnen een voorstel indienen tot 15 maart 2013. Eind april wordt bekend gemaakt of uw voorstel al dan niet werd aanvaard.

 

3. Kalender

  • 8 November 2012 - Doctoraatsverdediging van Mariken Lenaerts 'National Socialist Family Law' (Maastricht - Nederland)

U wordt van harte uitgenodigd op de openbare verdediging van het doctoraatsonderzoek gevoerd door Mariken Lenaerts. Deze start om 12u 's middags en gaat door in de aula van de universiteit van Maastricht, Minderbroedersberg 4-6. Aansluitend is een receptie voorzien.

Dit onderzoek beziet in hoeverre het huwelijks- en echtscheidingsrecht in Duitsland en Nederland in de periode 1933-1945 beïnvloed is door het nationaal-socialistische gedachtegoed. Het huwelijks- en echtscheidingrecht genoot veel belangstelling van de Nazi’s, die immers een duizendjarig rijk enkel bestaande uit Ariërs en geheel ontdaan van Joden wilden opbouwen. Daarvoor moesten veel Arische kinderen geboren worden en moest het aantal Joodse kinderen en kinderen van gemengd bloed zo veel mogelijk voorkomen worden. Om dit te bewerkstelligen hebben de Nazi’s zowel in Duitsland als in Nederland getracht de regels t.a.v. het aangaan van een huwelijk en echtscheiding te veranderen. Het boek geeft een uitgebreide beschrijving van de maatregelen t.a.v. het huwelijks- en echtscheidingsrecht die door de Nazi’s genomen zijn in Duitsland en Nederland. Daarbij komen o.a. de Neurenberger wetten aan bod, welke huwelijken tussen Joden en Ariërs verboden en de Huwelijkswet uit 1938 welke de regels t.a.v. echtscheiding versoepelde om huwelijken, waarbij het onwaarschijnlijk was dat er nog kinderen in geboren zouden worden, gemakkelijker te kunnen ontbinden. Herziening van het echtscheidingsrecht was al voor de Nazi-tijd besproken door het Duitse parlement, maar men wist nooit overeenstemming te bereiken. Voor Nederland is uitgebreid onderzoek gedaan in de archieven van het NIOD Instituut voor oorlogs-, holocaust- en genocidestudies naar een voorbereid wetsvoorstel om dit aangepaste echtscheidingsrecht ook in Nederland in te voeren, hoewel dit in Nederland vooral gedaan werd om een einde te maken aan de ‘Groote Leugen’, een trucje dat de Hoge Raad had bedacht waardoor echtscheiding met onderling goedvinden mogelijk werd gemaakt, hoewel de wet dat verbood. Door tijdgebrek is dit wetsvoorstel echter nooit ingevoerd; ten tijde van de capitulatie lag het in Berlijn te wachten op goedkeuring. De eindconclusie luidt dan ook dat de Nazi’s weliswaar veel veranderingen hebben aangebracht in het huwelijks- en echtscheidingsrecht, maar dat het nooit echt nationaal-socialistisch geworden is.

 

  • 9 November 2012 - Lezing 'The ius conubii in the Roman Republic - Theory and Practice' (Edinburgh - UK)

Op 9 november 2012 geeft dr. Saskia Roselaar een lezing met als titel 'The ius conubii in the Roman Republic - Theory and Practice'. Deze gaat door vanaf 17u30 in de Neil MacCormick Room, Old College van de Universiteit van Edinburgh. Achteraf kan op eigen kosten deelgenomen worden aan een diner. Gelieve uw aanwezigheid kenbaar te maken via p.duplessis@ed.ac.uk.

 

  • 12 November 2012 - Causerie 'The Making of Commercial Law: Common Practices and National Legal Rules from the Early Modern to the Modern Period' (Gent).

Op maandag 12 november 2012 geeft professor Heikki Pihlajamäki een rechtshistorische causerie met als titel "The making of commercial law: common practices and national legal rules from the early modern to the modern period". Waarover gaat het?

New international commercial law has been hotly debated in the legal scholarship of the recent decades. Many scholars base their notion of this new lex mercatoria on Levin Goldschmidt’s late-nineteenth-century theory of medieval lex mercatoria. Medieval lex mercatoria or law merchant supposedly developed on the commercial practice of medieval and early modern Europe, with little intervention from state authorities. According to the critics, the main problem with the notion of medieval and early modern lex mercatoria is that it is lacking empirical evidence, at least if a legally binding commercial practice in the form of lex mercatoria is thought to have covered more or less the whole European continent. More local studies are still needed to find out to what extent common rules or practices existed, how binding they were, and whether commercial disputes were solved in courts of law or elsewhere in different parts of Europe. The time frame of this research projects extends from the beginning of the sixteenth century until the twentieth century. The periodization enables us to grasp a hold of two essential developments: the emergence of commercial law as part of national law in the early modern period and the relationship of commercial law to the supposed modernization of law.

Wenst u deze bijeenkomst bij te wonen? Dan komt u om 16u naar de vergaderzaal van het Instituut voor Rechtsgeschiedenis, Faculteit Rechtsgeleerdheid, Vleugel C5, gelijkvloerse verdieping, Universiteitstraat 4, 9000 Gent. Het wordt op prijs gesteld uw komst te melden aan Karin.Pensaert@Ugent.be.

 

Op vrijdag 23 november 2012 om 10u15 verdedigt de heer Jan Hendrik Valgaeren in Tilburg zijn doctoraat in het Romeinse recht met als titel: "The Jurisdiction of the Pontiff in the Roman Republic: a Third Dimension". U wordt hierop allemaal van harte uitgenodigd.

 

  • 24 November 2012 - Academische zitting '200 Jaar Orde van Advocaten te Gent' (Gent)

Al wie interesse heeft, is hartelijk uitgenodigd voor de academische zitting naar aanleiding van 200 jaar orde van advocaten te Gent: op zaterdag 24 november om 15u00 in de Aula Academica in de Voldersstraat. Er zullen toespraken gehouden worden door stafhouder Didier Goeminne, door prof. Georges Martyn, door advocaat-generaal Christian Van De Wal en door meester Robert Sanders over respectievelijk de Gentse orde vandaag, het ontstaan van de Gentse orde van advocaten in 1812, de politieke spanningen aan de negentiende-eeuwse balie en de advocatuur tijdens het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden.

Inschrijving is evenwel verplicht via www.vlaamseconferentie.be.

 

  • 30 November 2012 - Gastcollege prof. Heikki Pihlajamäki 'From Judge's Arbitrium to the Legality Principle: The History of a Modern Concept' (Gent)

Op vrijdag 30 november om 14u30 zal professor Pihlajamäki een gastcollege verzorgen over het legaliteitsbeginsel. Dit college, dat kadert in de internationale Francqui leerstoel gaat door in Auditorium 1 van de universiteitsgebouwen in de Ledeganckstraat te Gent.

 

  • 30 November 2012 - Studiedag 'Les conseils souverains créés par Louis XIV' (Rijsel - Frankrijk)

    Wegens een gebrek aan historische werken, wenste het Centre d'Histoire Judiciaire te Rijsel een studiedag te wijden aan de soevereine raden en hun verhouding tot de parlementen. Meer specifiek voor deze dag werd toegespitst op de raden die door Lodewijk XIV werden in het leven geroepen met name: Conseil souverain de Martinique (1641), d’Alsace (1657), de Roussillon (1660), de Québec (1663), Guadeloupe (1664) en Doornik (1668).

    Deze studiedag wil dieper ingaan op het ontstaan van deze instellingen, de wijze waarop ze georganiseerd werden en de manier waarop ze hun taak uitvoerden. Zoals het programma toont, zal elke raad door een expert worden besproken, waardoor vergelijking mogelijk wordt, wat de discussie alleen maar vruchtbaar kan maken.

Alles gaat door in de Salle Guy Debeyre van de Rechtsfaculteit Lille 2 te Rijsel (1, Place Déliot, 59000 Lille). Om uw komst aan te melden of voor meer informatie kan u contact opnemen met sabrina.michel-2@univ-lille2.fr.


De laatste Belgisch-Nederlandse bijeenkomst dateert al van 2008. Op donderdag 13 en vrijdag 14 december 2012 gaat in de Tilburgse rechtenfaculteit de twintigste aflevering door. De conferentie wijkt niet af van zijn traditionele formule. Het is nog altijd de bedoeling dat jonge (rechts)historici er hun onderzoek naar voor brengen. In principe is er geen algemeen thema, doch werd deze keer anders geopteerd. Met "Recht en Rechters in de Lage Landen" werd een ruim thema naar voor geschoven, al komen ook niet-gerelateerde onderwerpen aan bod. Deze bijeenkomst staat daarnaast ook in het teken van professor Trix van Erp-Jacobs (Tilburg Law School) die dit jaar op emeritaat gaat.

 

  • Studiedagen - L’argumentation au cœur du processus judiciaire, du Moyen Âge à nos jours (Rijsel - Frankrijk)
    Het IRHIS (Institut de Recherches Historiques du Septentrion, UMR 8529, CNRS-Lille 3) en het CHJ (Centre d’Histoire Judiciaire, UMR 8025, CNRS-Lille 2) organiseren samen, met steun van la Maison Européenne des Sciences de l’Homme et de la Société (MESHS), drie studiedagen over 'L'argumentation au coeur du processus judiciaire, du Moyen Âge à nos jours'. De eerste bijeenkomsten vonden reeds plaats. De reeks sluit af op vrijdag 23 november in de Salle de Séminaire van het IRHis (Lille 3). Het volledige programma en verder informatie kan u terugvinden op http://chj-cnrs.univ-lille2.fr/ en http://irhis.hypotheses.org/5378.

 

Hier kan u het volledige programma van professor Heikki Pihlajamäki terugvinden. Er zijn heel wat PhD masterclasses, waarop vooral doctoraatsstudenten van harte worden uitgenodigd. Uiteraard staat het eenieder die geïnteresseerd is vrij om deze bijeenkomsten bij te wonen.

 

4. Varia

  • Prijs voor Historisch Onderzoek 2012 Provincie Oost-Vlaanderen voor Frederik Dhondt

Niet zonder enige trots wensen we mee te delen dat onze collega Frederik Dhondt de Prijs voor Historisch Onderzoek van de Provincie Oost-Vlaanderen wist binnen te rijven voor zijn boek 'Op zoek naar glorie in Vlaanderen. De Zonnekoning en de Spaanse Successie, 1707 - 1708'. De Deputatie besliste over de toekenning op unaniem advies van een jury van professoren verbonden aan verschillende Belgische universiteiten.

De prijs heeft als doel om wetenschappelijk onderzoek te belonen, maar ook om de verspreiding ervan in de samenleving te bevorderen. Dat is in tijden van A-tijdschriften, waarvoor wetenschappers gewillig inhoud aanleveren die bij een dure uitgever achter slot en grendel verdwijnt, geen overbodige luxe.

In het voorjaar van 2013 volgt de publieke uitreiking. Wie meer wil weten over het boek, wordt vriendelijk uitgenodigd naar de lezing "L'hiver stratégique du Grand Roi. Guerre et Paix autour de la Succession d'Espagne, 1707-1708" aan het Institut des Hautes Etudes de Belgique (ULB) op woensdag 12 december om 19 uur. Meer details via http://www.ulb.ac.be/enseignements/iheb/.

  • Tentoonstelling 'Verluchte Bolognese juridische handschriften uit de 14de eeuw'

Niet iedereen zal tijdens de late herfstmaanden de barre reis naar Autun in Bourgondië willen maken. Voor rechtshistorici is de tocht tot 9 december 2012 niettemin de moeite waard : tot dan vindt in het Musée Rolin een tentoonstelling plaats waarin meerdere rijkelijk verluchte (in het bijzonder Bolognese) handschriften uit de jaren '30 van de 14de eeuw (en voor het merendeel nu in diverse Franse bibliotheken verspreid) te bewonderen zijn. Daaronder zijn er heel wat juridische (zowel Romeinsrechtelijke als kanoniekrechtelijke) handschriften. Ook wie geïnteresseerd is in de geschiedenis van de politieke ideeën komt aan zijn trekken, want het materiaal bevat ook stukken die op de keizerskroning en kerkelijke gezagdragers betrekking hebben.Weliswaar kan men best goede ogen gebruiken om in de met het oog op conservatie donker gehouden zalen de handschriften precies te bekijken. Maar er is een alternatief : de tentoonstellingscatalogus Bologne et le pontifical d'Autun. Chef-d'oeuvre inconnu du premier Trecento 1330-1340 (Langres, Éditions Dominique Guéniot 2012, ISBN 978 2 87825 511 9, ca. 35 €, 320 blz.) bevat talrijke (waaronder ook veel pagina-grote) illustraties in kleur van de tentoongestelde stukken, met uitvoerige state of the art kunsthistorische notities. Een belangrijk werk voor de Middeleeuwse rechtsiconografie !


 

  • Website ter ere van professor William Gordon

Professor Ernest Metzger (Glasgow) heeft een webpagina opgericht ter ere van van professor William Gordon die op 1 september 2012 overleed. Deze is te bekijken op http://www.iuscivile.com/people/gordon. Professor Metzger zoekt informatie over elke publicatie van professor Gordon die na 2007 verscheen alsook overlijdensberichten die elders verschenen. Indien u in het bezit bent van dergelijke informatie, gelieve hem te contacteren via: e.metzger@law.gla.ac.uk.

Met vriendelijke groet,

Dirk Heirbaut,
Bruno Debaenst,
Marlies Eggermont,
Sebastiaan Vandenbogaerde.


M.m.v.

Wim Decock
Frederik Dhondt
Alain Wijffels

Wilt U bepaalde vragen, mededelingen of aankondigingen van congressen, boeken e.d. over rechtsgeschiedenis of Romeins recht via deze lijst laten verspreiden , mail dan naar een van de editors:

Dirk Heirbaut
Bruno Debaenst
Sebastiaan Vandenbogaerde

De voorgaande nieuwsbrieven kan U vinden op: www.rechtsgeschiedenis.be

Deze boodschap is U toegezonden omdat uw emailadres voorkomt in de lijst van ca. 400 rechtshistorische belangstellenden die bijgehouden wordt door het Instituut voor Rechtsgeschiedenis van de Universiteit Gent. Komt uw naam bij vergissing in deze lijst voor en wilt U geen verdere mails over rechtsgeschiedenis ontvangen, stuur dan een e-mail naar de redactie. Uw naam zal dan uit de lijst verwijderd worden. Mogen wij de abonnees van de nieuwsbrief vragen steeds de wijziging van hun emailadres mee te delen.